De op één na beste debuutsingle ooit

Vandaag kan veel. We kunnen 2Pac en Elvis terug tot leven wekken. Als hologram, maar toch. Met Amy Winehouse zou het in principe ook wel lukken. Dat meldde de integere Angelsaksische kwaliteitskrant The Sun een tijdje terug. Twattybollocks, aldus vader Winehouse. Gelijk heeft ie. Laat het lieve kind rustig slapen. Naast Kurt, Jimi, Janis en Brian. En Alan. Iedereen vergeet altijd Alan. Nochtans heeft hij met Canned Heat ook enkele zwierige nummers gemaakt.

Alan 'Blind Owl' Wilson - Canned Heat

Alan ‘Blind Owl’ Wilson. Zag geen fluit, maar zette met Canned Heat zijn bescheiden handtekening onder de soundtrack van de sixties. Op 3 september 1970 ging het licht definitief uit na een overdosis barbituraten. Jimi Hendrix volgde 15 dagen later. Janis Joplin hield het nog vol tot 4 oktober. Met de dood van de Lizard King, op 3 juli 1971, kwam een tijdperk ten einde.

Oasis’ Supersonic

Kunnen ze de 3D-technologie beter aanwenden om Oasis te reanimeren. Want wat is het me toch droef gesteld met de Britrock sinds Manchester finest er in 2009 zonder boe of bah de brui aangaf. Dit jaar zouden ze hun porseleinen jubilee vieren. Met gin en tonic. Twintig jaar verstreken sinds het majestueuze Supersonic op single uitkwam.

Oasis - Supersonic

Oasis – Supersonic

Nauwelijks twee strofes onderweg en de band heeft al haar stokpaardjes op kaart gezet. De wall of sound van in gulle overdrive verzuipende open gitaarakkoorden. De larger than life-mentaliteit die hen op het nippertje van de fabrieksband redde. Liam Gallaghers niets of niemand ontziende strottenhoofd. De onstilbare drang naar de feestroes. Liefde, altijd de liefde (tel het aantal Oasis songtitels met ‘love’ in er maar op na). En niet te vergeten: de obligate Beatles-referentie ‘You can sail with me in my yellow submarine’.

‘Magical night’

In een interview uit 2006 blikte opa Noel weemoedig terug op die magische nacht in opnamestudio The Pink Museum, december 1993. De gitaarspelende unibrow stak de eigen lof – het is zijn favoriete Oasissingle en hij is niet te beroerd om het nummer boven te halen op High Flying Birds-optredens – niet bepaald onder stoelen en banken. Terecht. Valse bescheidenheid is niet van tel voor wie Supersonic geschreven heeft.

Noel Gallagher en zijn Gibson ES-335

Noel Gallagher en zijn Gibson ES-335

‘A lot of bands’ first singles, they’re kind of finding their feet. We hit the ground running with that one. It was written and recorded in one night in Liverpool. We went in to do a demo of Bring It On Down and we couldn’t get it right. And we had to have something. I went in to the back room and wrote Supersonic in about half an hour. Recorded it the rest of the night. That’s the rough mix and it was never remixed. Magical night.’

Supersonic is de op één na beste debuutsingle ooit. De beste is Teenage Kicks van The Undertones. De Noord-Ierse punkgroep uit Derry kwam er juni 1978 mee om de hoek piepen.

The Undertones’ Teenage Kicks

John Peel (né John Robert Parker Ravenscroft), de legendarische BBC Radio 1 diskjockey, vond het nummer zo goed, dat hij het prompt 28 sterren gaf. Vijf was nochtans de topscore in zijn radioprogramma. Het is niet geheel duidelijk waarom het er precies 28 waren en bijvoorbeeld geen 27 of 29. Misschien omdat het nummer twee minuten en 28 seconden duurde. 228 sterren had de waarheid dan ook geen geweld aangedaan.

John Peel - BBC 1 Radio

John Peel in zijn schatkamer

Wel duidelijk, is dat John Peel, die veel te vroeg door de knekelman werd mee geplukt 25 oktober 2004, heel hard van Teenage Kicks hield. Maart 1978 probeerde de groep haar rommelige demo aan tig platenlabels te slijten. Ze vonden geen gehoor. Drummer Billy Doherty had echter de ballen om de BBC 1 Radio te bellen en te vragen naar ‘Mr. Peel’. Verrassend genoeg kwam Mr. Peel aan de lijn – ‘He was so gracious, patient and considerate.

‘Isn’t that the most wonderful record you’ve ever heard?’

Niet veel later blikten zanger Feargal Sharkey en zijn manschappen met 200 pond de vier nummers tellende Teenage Kicks EP in. Door een speling van het lot belandde één van de 7.000, in fotokopiepapier gewikkelde exemplaren in handen van de minzame muziekkenner. De rest is zoals men zegt geschiedenis. ‘Isn’t that the most wonderful record you’ve ever heard?’ klonk het door de ether.

John Peel - 30 augustus 1939 - 25 oktober 2004

Teenage dreams so hard to beat’ – John Peels grafzerk in Great Finborough, Suffolk

Het titelnummer werd Peels lijflied. De versregels ‘Teenage dreams, so hard to beat’, staan drie decennia later op zijn grafzerk in Great Finborough te lezen. Dat was Peels wens. Zijn vrouw hield woord. Lieve vrouw.

Epiloog:

In 2013 zouden de van schaamhaar en allerlei inktvlekken voorziene heikneuters van One Direction Teenage Kicks coveren. Een geluk dat die kelk aan Mr. Peel voorbij ging.

Over die avond dat ik op mijn muil kreeg

De nacht is best nog jong voor mijn doen. Het parfum van Marlboro lights, zattemansklap en verschraald bier nevelt onder het sterrendak. Op de achtergrond klinkt een B-kantje van The Stone Roses. Het is mooi geweest zo. Ik groet de waard. ‘Peken, peken, houdt u goed’, zegt hij me.

Auream mediocritatem

Mijn maat Jeroen vraagt of ik nog een pintje lust. Maar al heel mijn leven probeer ik de filosofie van de Romeinse dichter Horatius te volgen. Auream mediocritatem. De gulden middenweg. Toegeven. Zelden slaag ik daar in. Maar elke morgenstond brengt een nieuwe les in deze merkwaardige leerschool die wetenschappers het leven noemen.

Horatius

Auream quisquis mediocritatem diligit, tutus caret obsoleti sordibus tecti, caret invidenda sobrius aula.

Ik drink mijn glas leeg. Trek mijn leren jas aan. Die spant best. Waarom maakt Lays zijn ketchupchips toch zo lekker? Mijn compagnon besluit eveneens dat het welletjes geweest is. Het is 03u10. De paasvakantie lonkt. Twee weken waarin we alle schade van het afgelopen semester kunnen goed maken. Been there, done that.

De lucky one

Buiten zuigen we gulzig onze longen vol met de frisse lentelucht. Jeroen wil nog een Bicky van Julien, de beroemdste – god hebbe zijn ziel – friturist die deze stad van stroppendragers ooit gekend heeft. Jeroen wil altijd nog een Bicky van Julien. Ik eet al even geen Bicky’s meer. Sinds 2002, het jaar dat ik besloot vegetariër te worden, om precies te zijn.

Tom WaitsNow the sun’s coming up, I’m riding with Lady Luck, freeway cars and trucks,
Stars beginning to fade, and I lead the parade
Just a-wishing I’d stayed a little longer,
Oh, Lord, let me tell you that the feeling’s getting stronger.

We nemen afscheid met een theatraliteit die niet zou misstaan in een seizoensfinale van Thuis en die alleen toogbroeders en zeveraars kunnen begrijpen. Mijn kot, de Kortrijksepoortstraat 201, KPS voor intimi, een huis dat ik sinds mensenheugenis deel met vrienden die komen en gaan naarmate de academiejaren verstrijken, is maar enkele honderden meters stappen.

Ik hou van dit moment. De Lucky one opsteken. Een vieze boer laten. Aan mijn gat krabben zonder dat iemand het kan zien. Zachtjes Ol’55 van Tom Waits neuriën in mijn hoofd. Dan gebeurt er iets onverwachts.

REVEAL!

Een kerel spreekt me aan.

‘Waarom hebt ge me daarnet de weg niet getoond?’ Waarom zat ge  daarstraks met mijn auto te lachen?’

Teenage Kicks

Ik probeer mijn belager zo vriendelijk en duidelijk mogelijk (dat eerste is na een bezoek aan tequilabar Boom Boom nooit een probleem, het tweede des te meer), dat hij zich vergist heeft.

Immers zeg ik, ik ben heel de avond het café niet uit geweest. Als ik me al eens van mijn kruk bewogen heb, was het om te pissen als een paard of een plaatje op te leggen – negen van de tien het fantastische Teenage Kicks van The Undertones of iets van Queen. Want barman Robyn is nu eenmaal zo’n topgozer van wie je alles mag.

Ik vraag mijn toekomstige nemesis of hij zeker is dat hij niet de verkeerde voor heeft. Er lopen immers wel meer kerels met mijn signatuur door de Gentse Overpoortstraat. (Grijze hoodie van 19,99 euroloekes uit de H&M die elke student in zijn kast heeft hangen, cheapass leren jas van de Brusselse Agora-galerij die toch iets minder echt leer bleek te zijn achteraf gezien, T-shirt van de, je bent nu eenmaal een baas of je bent het niet, Beastie Boys, en mijn afgetrapte Adidas Superstars.)

United Scum

Plots verwijt de kerel me racist te zijn. Dat vind ik behoorlijk kras. Heel mijn leven heb ik geprobeerd om volgens de leer van Joe Strummer en Marco Roelofs te leven. In mijn gedachten heb ik de lyrics van United Scum op mijn schouderbladen getatoeëerd staan. Iedereen mag in mijn boot. Het baat niet.

Joe Strummer

We don’t give a fuck which crowd you’re in 
It doesn’t make sense what’s the color of your skin 
Bald, boots, long hair or converse shoes 
Welcome to the crowd, united scum rules 

Ik vertel hem dat ik altijd de weg toon als iemand het me vraagt. Goed, van tijd stuur ik wel eens iemand – zonder dat daar al te veel kwaad opzet mee gemoeid is – naar het hol van Pluto omdat ik nu eenmaal een geografienoob zonder weerga ben – vraag het maar aan mijn missus die op vakantie tot vervelens toe de kaart leest, maar soit.

Happy slapping

Plots krijg ik een duw. Ik sta met mijn rug tegen de muur nu. Ik zie dat mijn belager over sidekicks blijkt te beschikken. Als ninja’s en RVA-consulenten komen ze te voorschijn uit de schaduwkant van de nacht. Dan dringt langzaam de bittere waarheid door. Er is helemaal geen misverstand. Er is helemaal geen fuckin’ auto. Moest ik niet beter weten, ik zou zweren dat ik binnen twee seconden het slachtoffer van happy slapping word.

Paul Snoek - SchildersverdrietGek genoeg voel ik de eerste klap niet. Zo slecht voor de gezondheid zijn die bruine tequila’s van den Boom Boom dus ook niet. Beginnergeluk, zo blijkt. De tweede vuistslag komt aan als een moker. Iemand slaat mijn hoofd tegen de bakstenen muur.

Allerlei gedachten flitsen door mijn hoofd. Kom ik zo roemloos ten einde in een vuil, naar pis ruikend steegje? Wat moet er van mijn verzameling Marvel comics worden? Zal Jolien, haar guitig gezichtje nat van tranen, mijn Dropkick Murphys-vlag op mijn kist leggen? Zal het kerkorgel Don’t Look Back in Anger spelen?

Zal mijn oude man, met die warme diepe dichtersstem van hem, een vers of twee uit Paul Snoeks Schildersverdriet voorlezen? Valt er in de hemel iets te bikken dat de onvolprezen zelfgemaakte humus van mijn moedertje evenaart?

Waar ben je, Mike Ness???

De derde vuistslag volgt. Ik denk aan de wijze levenslessen van Mike Ness. Maar wat heb ik aan pin-ups en dobbelstenen, hier in dit uur van zwakte?

Mike NessTerwijl er langzamerhand meer sterretjes voor mijn ogen dansen dan in de originele en prequel Star Wars-trilogieën én de aankomende Episode 7 (je kan zien dat je het niet verprutst, J.J. Abrams!) samen, passeren er al die tijd studenten.

Dit alles gebeurt immers vlak bij Juliens vermaarde driesterrenrestaurant De Gouden Saté. Niemand helpt. Dat komt harder aan dan de vuistslagen die ik moegevochten incasseer.

Dan gebeurt er iets gek. Een jongeman mengt zich in het rumoer. Zijn maten naderen in zijn kielzog. Mijn belagers druipen af. Het kan. Mensen die het voor elkaar opnemen.

‘Alleen als ik lach’

Uren laten word ik wakker met een onaangenaam gevoel ter hoogte van mijn linkerkaak en rechteroogkas. Ik voel een frisse meisjeshand door mijn weerbarstige haren strelen. Mijn huisgenote Amelia heeft immers mijn missus gebeld.

Ze kijkt me aan met die mooie knikkers van haar die me sinds 17 maart 2009 elke dag opnieuw het gevoel geven dat alles uiteindelijk goed kan komen. Ze vraagt of het pijn doet. ‘Alleen als ik lach’, zeg ik.