Hoe ouder je wordt, hoe minder helden je houdt. Maar de duivel hale me, als ik in het rusthuis niet met mijn rolstoel door de gangen raas, aangevuurd door de opzwepende strijdmuziek van jeugdheld Joe Strummer.
Joe Strummer (1952-2002)
Hoe stram deze knoken ooit worden, zolang Strummer op de achtergrond speelt zal niemand deze vrijgevochten vogel in de ouderdomsboeien slaan. Deo volente. Strummer zelf – né Johnny Graham Mellor – was nauwelijks 50 toen zijn hart het op die droeve dinsdag 22 december 2002 begaf.
Daarmee drukte de douchebag van een knekelman elk mogelijk gerucht over een nakende The Clash-reünie – enkele weken voorheen waren de frontman en zijn voormalige gitarist Mick Jones samen op het podium gesignaleerd – de kop in.
Optreden, dat deed Strummer het liefst met zijn afgeragde 1966 Fender Telecaster. Ze hadden er samen 27 jaar opzitten. Weinig huwelijken houden vandaag zo lang stand.
101ers – het moét een tele zijn!
Strummer speelde nog bij zijn eerste band, de 101ers, toen hij zich in 1975 een drietoon sunburst Fender Telecaster met lichte gebruikssporen aanschafte. De legende gaat dat hij de vereiste 120 pond bij elkaar schraapte door een schijnhuwelijk met Pamela Moolman aan te gaan, een Zuid-Afrikaanse die wel enkele briefjes voor het felbegeerde Britse burgerschap overhad.
Dat het een Telecaster, en geen Stratocaster of Les Paul werd, had alles te maken met Wilko Johnson. Johnson plukte aan de snaren bij Dr. Feelgood – één van de bands die het zaadje plantte dat later door punkbands als The Clash en Sex Pistols zou geoogst worden – en ging daarbij op zijn gitaar tekeer alsof het oorlog was. Een podiumprésence die behoorlijk indruk maakte op de jonge Strummer. Een Telecaster zou zijn weapon of choice worden.
Hoewel zelf linkshandig – Strummer was dus letterlijk én figuurlijk een linkepoot, haha – koos Joe een rechtshandig exemplaar. Begin jaren 70 lagen de lefty’s niet bepaald voor het grijpen. Zijn eerste akkoorden leerde hij op een ukelele en de rechtshandige gitaar van huisgenoot Tymon Dogg. Een fraai staaltje padafhankelijkheid dat zijn gitaarspel heel zijn carrière lang zou belemmeren, aldus de bescheiden muzikant. Bewonderaars roemden dan weer zijn onnavolgbare speelstijl en uniek aanslag.
The Clash – Dat kan stoerder, Joe!
Na het zien van een Sex Pistols-optreden, wisselde Strummer april 1976 terstond de 101ers voor The Clash. Daar kreeg zijn werkpaard een nieuwe paintjob mee. Manager Bernie Rhodes – ja ja kids, niet alleen Malcolm McLaren deed aan marketing – besloot dat zijn discipelen wel iets aan hun looks mochten doen en nam de jongens mee naar een autoshop. Daar kreeg Strummers Tele eerst een grijze grondlaag alvorens, incl. de slagplaat, zwart gespoten te worden.
Het instrument moest opvallen. Dus stencilde de 24-jarige frontman met witte verf het woord “NOISE” op de bovenkant van de body. En dan waren er nog de stickers. De rastavlaklever – niemand die zoveel reggae in het punkgenre smokkelde als Strummer – bleek niet bestand tegen de tand des tijds. Maar de legendarische “IGNORE ALIEN ORDERS”-sticker siert tot op vandaag het instrument.
Enkele modificaties on the road
Eind 1978, toen The Clash haar tweede plaat Give ‘Em Enough Rope uitbracht – Strummer speelde zijn takes noodgedwongen in met een back-up Gibson ES-345 – onderging zijn Telecaster enkele kleine modificaties aan de hardware. Met een drukke tournee in het vooruitzicht, kon Strummer zich geen crappy geïntoneerde gitaar veroorloven.
De standaard brug – een bitch om te intoneren, neem het van deze ex-Classic Vibe Telecaster-eigenaar aan – maakte plaats voor een exemplaar met individueel afstelbare zadeltjes. Daarnaast verving hij de oorspronkelijke Klusonstemmechanieken door de “F” style tuners die tussen 1967-1972 vaste prik waren bij Fender. De pickupswitch week al in 1976 voor een witte Stratocastervariant.
Omdat het oog ook wat wil, spoot de muzikale wereldverbeteraar een kanjer van een vraagteken met witte graffiti op de achterkant. Na 1978 onderging de gitaar geen noemenswaardige veranderingen, op wat sporadisch stickerwerk na. Een bekend voorbeeld is de “TRASH CITY“-sticker die sinds 1988 onder de brug plakt.
Gaandeweg sleet de zwarte autoverf weg en kwamen de oorspronkelijke sunburst en zelfs houtnerven aan het oppervlak. Vaag zie je nog een glimp van het vraagteken. Je moet al een arendsoog hebben om het Fender-logo op de kop te kunnen zien. Op de achterkant, waar Strummer steevast zijn setlists kleefde, bleef een onaangeroerd stukje dapper weerstand bieden.
Na de definitieve split van The Clash in 1986, raakten de frontman en zijn weapon of choice een beetje op het dwaalspoor. Samen morrelden ze aan obscure soundtracks. Speelden invaller voor Shane McGowan bij The Pogues. Maakten de sof Earthquake Weather met The Latino Rockabilly War. Tot de man en zijn gitaar in 1999 een waardig tweede leven kregen met de gruwelijk goede begeleidingsband The Mescaleros – met in de rangen o.m. hogergenoemde heer Dogg op viool en gitaar. Klaar om zijn ’66 Tele nog jaren te geselen. Het heeft niet mogen zijn.
Fender Custom Shop tribute 2007
In 2007 kwam Fender Custom Shop met een gelimiteerde tribute op de proppen. Laatst passeerde er eentje voor 1.000 euro op 2dehands.be, inclusief alle toeters en bellen. Het heeft iets zieligs, zo’n doelbewust gerelicede gitaar met een peperduur prijskaartje aan.
Met dank aan meneer Strummerguitar en zijn zeer gewaardeerde schatkist vol Strummertrivia.