Hooray! Record Store Day!

Record Store Day

Op de verrijzenis van Heere Jezus is het nog even wachten tot zondagmorgen. In tussentijd is er vandaag alvast Record Store Day. De achtste editie, sinds deze muzikale feestdag in 2007 het levenslicht zag in het Amerikaanse Baltimore.

Ik ben zo’n principiële kastaar die tegen illegaal downloaden is (daarnaast spreek ik ook met veel vertoon mijn veto uit tegen dieren eten, volwassen worden, als eerste naar huis gaan op café, autorijden, bescheidenheid en de vaat doen – al durven bij de boycot van dat laatste al eens wetten, praktische bezwaren en vooral de handdoek van de missus in de weg te staan), dus een initiatief als Record Store Day draag ik een warm hart toe.

Supertramp - The Very Best Of

Er is altijd nog plaats in de schatkamer

Wat is de schatkamer gegroeid, sinds mijn oude man me ergens in 1995 The Very Best of Supertramp, de blauwe dubbele van The Beatles, wat Mississippi blues van Muddy Waters, de soundtrack van Desperado (Los Lobos! Tito & Tarantula!) en iets integraal nasaal door de neus geleuterd van Bob Dylan in de handen stopte. Ik ken mensen die een slechtere jeugd gehad hebben.

In deze onbezonnen vrolijke kinderjaren, ver weg van het kleine – doch nu ook niet bepaald te onderschatten – lijden dat de puberteit met zich zou meebrengen, schudde ik maandelijks mijn gespaarde Belgische franken uit op de kassatoog van de Free Record Shop. Drie onverwoestbare klassiekers in mijn schoenendoos met cd-singletjes: I Believe I Can Fly van R. Kelly, Aerosmiths mierzoete Hole in My Soul en het van een machtige hoescover (en een The Smiths cover als B-kantje!) voorziene Sun Hits the Sky van Supergrass.

Supergrass - Sun Hits The Sky

Al snel ontdekte ik dat fullalbums een betere return on investment opleverden. 1998: Lego Technic, appeltaart en Urban Hymns van The Verve. Het jaar daarop: Lego Technic, chocoladecake en Nirvana’s From the Muddy Banks of the Wishkah. Het was aangenaam verjaren omstreeks de eeuwenwisseling.

Een ziel met flink wat krassen op

Het mooie aan cd’s en platen is dat er een ziel in zit. Een ziel met flink wat krassen op. Want geluidsdrager en de trotse, zorgzame bezitter hebben er samen heel wat jaren op zitten. Uren van troost, euforie, frustratie om haperende spelers, zomerse zonsondergangen en allesomvattend escapisme in de slaapkamer. Nog leuker dan muziek kopen, is het geven en – selbstverständlich – krijgen.

Eddie Vedder - Into the Wild

Alleen een harteloze klootzak blijft onbewogen als hij Tom WaitsClosing Time of  Sigur Rós‘ Ágætis Byrjun uit de papieren geschenkverpakking peutert. Mooiste ontvangen geschenken afgelopen jaren: Eddie Vedders Into The Wild (incl. forse booklet die niet voor het National Geographic-jaaroverzicht moet onderdoen) van mijn missus en een Ramones-plaat die mijn ouwe makker Diederik me hipstergewijs in het Londense Soho kocht.

Vynilla Record Store

Enkele jaren geleden waaide Record Store Day naar België over. Naar verluidt – goed, mijn bron is Knack, want zoals De Standaard en het Nieuwsblad laatst nog aan den lijven mocht ondervinden, zijn die mannen, en in het bijzonder die hitsige bonobo van een Dirk Draulans, altijd wel te porren voor een klachtindiening of twee bij de Raad voor de Journalistiek wegens plagiaat – heeft Bob Driege van het Gentse Vynilla Record Store daar een groot aandeel in gehad.

Vynilla Record Store - Sint-Kwintensberg 38, Gent

Gentse studenten kennen Vynilla als het rustieke, langs buiten ietwat stoffig aandoend platenwinkeltje op nummer 38 van de Sint-Kwintensberg. Een bult die zich qua hellingsgraad gerust kan meten met de Muur van Geraardsbergen. Die indruk krijg je toch als je al die ongewassen wietrokende Blandino’s hem met rode wangen ziet bedwingen.

Amatorski’s Same Stars We Shared

Hoe dan ook. April 2010 kocht ik in Vynilla Same Stars We Shared, de allereerste EP van Amatorski. Het huzarenstukje werd uitgebracht op het kersverse Vynilla-platenlabel, ter gelegenheid van de eerste Belgische Record Store Day. Inne Eysermans en haar discipelen stonden toen nog niet waar ze nu stonden. Ze telden ook een pak meer groepsleden, geloof ik. Anno 2010 stond Amatorski in elk geval al op eenzame hoogte wat betreft het scheppen van breekbare schoonheid. Het was een dappere keuze om hun eerste EP op slechts 300 exemplaren – de eerste 180 op witte vinyl – te persen.

Amatorski - Same Stars We Shared

‘Er komen geen meer bij’, zei de winkeleigenaar terwijl hij het briefje van 10 euro in de kassa stak. Gelukzalig glimlachend/suf grijnzend als een zwakzinnige wandelde ik met het kostbare kleinood (nummer 85, witte vinyl, gezeefdrukte hoes, incl. vier 10’ inch zwart-wit kunstwerkjes) het pand uit.

Onderweg naar mijn toenmalige hofstee, de legendarische Kortrijksepoortstraat 201, struikelde ik net niet over de zakken van Zakkenman. Iets te gefocust op het mooie artwork van Femke Vanbelle. Het jaar daarop versierde de jonge Gentse grafische designer er – terecht – een MIA-nominatie voor Beste Artwork mee.

Amatorski - Same Stars We Shared

Anno 2014 ben ik Amatorski een beetje uit het oog verloren. Zoveel muziek, zo weinig tijd. Maar af en toe haal ik de Same Stars We Shared EP tevoorschijn. Daar is dan opnieuw die gelukzalige grijns die ik bijna bekocht met een ongelukkige val. De kartonnen sleeve is wat gekreukt van de jaren tussen de vochtige muren – de huisbazin van de Kortrijksepoortstraat 201 was een huisjesmelkster zonder weerga. Ook de krinkelende sigarettenrook van de nicotineverslaafde bezoekers hebben haar geen goed gedaan. Maar de vinyl ruik je nog.

Een download kan je niet vastpakken

Nobele onbekenden waren ze, die maandagavond 7 december 2009 in ‘t Krawietelke. Minuten daarvoor was ik nog aan de winnende hand in het wekelijkse Kortrijksepoortstraatpokerspel. Blij dat ik geen eieren voor mijn geld koos. Het schuchtere optreden – de opeengepakte mensen durfden amper de ademen – was een gebeurtenis die je zelden tot nooit in dit ondermaanse beleeft. Dat Amatorski-minidebuut moest en zou het mijne worden. Mijn missus heeft de cd-versie die een tijdje later in de rekken lag.

Een download kan je niet vastpakken. Moge het nog eeuwenlang Record Store Day zijn.

Hardcore zal nooit sterven, maar jij wel

Mogwai - Hardcore Will Never Die, But You Will

Hardcore Will Never Die, But You Will – is één van de beste platen van 2011. Nu vraag je je misschien wel af, ‘Zeg eens dikke veggie, wie ben jij om op zaterdagmiddag out of the blue de zelfverklaarde muziekgoeroe uit te hangen, en ons te vertellen waar het op staat in de hedendaagse muziekwereld?’

Maar dat is helemaal mijn bedoeling niet, lieve lezers (zijnde mijn moeder & zussen, drinkebroers van de lange tafel in café de Cosa Nostra, missus Jolien Van Varenbergh, de zichzelf googlende Tom Barman, de familie Huylebroek, en een handvol Brazilianen die af en toe op mijn blog belanden omdat ik nu eenmaal een SEO-Meister zonder weerga ben).

1994: The Year Punkrock Broke

Sterker nog. Op muzikaal vlak ben ik ergens blijven steken in 1994. Niet zo zeer omdat zotte Kurre, de getroubleerde blonde troubadour van Nirvana, hem dat jaar naar de filistijnen schoot.

Wel omdat 1994 te boek staat als het jaar waarin De Grote Drie zich aan de wereld openbaarden. 1 februari 1994. Green Day maakte het fantastische Dookie. Vijf oerdegelijke singles zullen de band voorgoed naar de hoogste regionen van de alternatieve hitlijsten katapulteren. Later zal Billie Joe Armstrong zijn smoel vol mascara smeren, maar dergelijke midlifecrisisfratsen heb je nooit helemaal in de hand.

NOFX - Punk in Drublic

I’ve got pockets full of kleenex and lint and holes
Where everything important to me
Just seems to fall right down my leg
And on to the floor
My closest friend linoleum
Linoleum

8 April 1994. The Offspring geeft een hele generatie puisterige pubers een gezicht met het onsterfelijke Smash. 19 juli 1994. NOFX zorgt er voor dat aan linoleum ruiken nooit meer hetzelfde zal zijn na Punk in Drublic. Toon me een betere punkrocksong dan The Brews, en ik toon je een pathologische leugenaar.

Het Lego Wolfpack kasteel

Ten tijde van dit alles zat ik natuurlijk nog in mijn eigen kak te graaien. Niet letterlijk dan, want ik liep toen toch al weer zeven jaar op deze mistroostige aardkloot rond. En anno 1994 had ik wel al wat andere zaakjes te regelen dat met mijn uitwerpselen te jongleren. Het Lego Wolfpack kasteel in elkaar steken, om maar een voorbeeld te geven.

The Wolfpack is a feared group of renegades. They won’t let anything or anyone stop their quest for riches.

Lego Wolfpack Castle

Maar enkele jaren later zullen wijze mentoren me deze baanbrekende punkrockplaten onder de neus schuiven. Meneer Ost, de sympathieke leerkracht Frans, zal tussen twee werkwoordvervoegingen door zeggen: ‘Hoed je voor de vuile punkers van de Handel en hun geschenken.’ Maar dergelijke waarschuwingen sla ik in de wind — want neem het van mijn missus aan: de dag dat deze tegendraadse aap iemands raad opvolgt, zal nog niet voor morgen zijn — en gretig haal ik het muzikale paard van Troje binnen. Nog geen halfjaar later zak ik van de Wiskunde-afdeling naar de Moderne Talen.

Tot op vandaag zijn wetenschappers nog niet helemaal overtuigd of er een correlatie bestaat tussen deze zwalpende studieresultaten en de teringherrie. In elk geval betekende deze plotse ommezwaai in mijn studiecarrière geen onoverkomelijk verlies. Er is afgelopen 26 jaar veel aan mij verloren gegaan, maar een burgerlijk ingenieur zat daar niet meteen bij.

Flamenco & Method Man

In de Latijn-Moderne Talen voel ik me al snel in mijn sas. Terstond word ik opgenomen door toffe kerels zoals Manuel Cano Ruiz, een gitano die flamenco speelt alsof het hellevuur door zijn knuisten brandt, Kevin, een jongen die op vlak van humor de hele stal Woestijnvismongolen het nakijken geeft, en Jason, de man die me inwijdt in de diepzinnige poëzie van Method Man en de RZA, waarvoor mijn eeuwige dank.

Donald Duck - Een Vrolijk WeekbladTussen het instuderen van Latijnse naamvallen, op de vuist gaan met gabbers van johnnykot de Promille, en het Donald Duck weekblad lezen door, laaf ik me aan hoger vernoemde platen, als ware ik Gunther Levi van De Romeo’s in café De Manke Kiek op een stevige zaterdagavond.

Simpel gesteld: met Dookie, Smash en Punk in Drublic zal het leven nooit meer hetzelfde zijn. Al kan het feit dat ik toen de grietjes en de goedkope pintjes van vzw ’t Koerken ontdekte, ook wel een klein aandeel gespeeld hebben in deze plejade van sentimentele nostalgische bullshit.

Mogwai

Tussen het brengen van plengoffers aan Green Day, The Offspring en NOFX door, was er natuurlijk ook altijd plaats voor andere muziek. Tupac Makaveli Shakur, Robbie Williams, Tomatito, Cannibal Corpse, en, pourquoi pas, Kelly Clarkson, om maar enkele habitués uit mijn Sony stereo op te noemen. Maar zelden was er een band die zo een luisterrijke soundtrack aan mijn, niet bijster veel voorstellende, bestaan gaf als Mogwai.

Kelly Clarkson - Because of You

Het Schotse postrockcollectief grossiert al jaren in gestoord luide, atmosferische, in weemoed gedrenkte platen. Niet zelden geven deze prachtschijven je het onbehaaglijke gevoel dat je zonet een familieverpakking scheermesjes ingeslikt hebt. Vaak zijn ze het deken dat je nodig hebt in slapeloze Siberische nachten.

Het Gwendolyn Rutten-gevoel

In mijn onvergetelijke kotjaren was hun Friend of the Night vaste prik na een avondje uitgaan. Iedere nacht dus, buiten die keer dat hevige schijterij me drie dagen aan mijn ziektebed gekluisterd hield. Even de luidsprekers opendraaien, mijn verloederde rode kop uit het raam hangen, en me de ongekroonde koning van de Karel Van Hulthemstraat wanen. Een beetje het Gwendolyn Rutten-gevoel na een geslaagde Open VLD-Nieuwjaarsborrel, zou je kunnen zeggen.

Gwendolyn Rutten - fulltime Open VLD machtswellustelinge

Daar was niet iedereen in het kotgebouw even blij mee. Margot, de sneaky trut van rechtover mijn deur, om maar een voorbeeld op te noemen. De keren dat kotbaas Kenny, niet weinig onder invloed van Margots lasterpraatjes, dreigde de politie te bellen voor geluidsoverlast, zijn niet op een hand te tellen.

Hoe dan ook. Zondag 2 februari komt Mogwai naar de AB. Ik heb tickets, en de verlichte despoot Bruno Tobback mag vrede in de Aalsterse gemeenteraadspolitiek brengen als achteraf blijkt dat die avond tegenvalt.