Waar blijft mijn roem?

Er zijn zo van die dagen, dat ik me afvraag waar mijn roem blijft. Dan ga ik voor de spiegel staan. Knijp mijn ogen tot spleetjes. Monster de ongedefinieerde uitslag op mijn wangen, een snor die wel eens een trimbeurt kan gebruiken, en wallen waar Fientje Moerman angstig voor zou terugdeinzen. Ik ben haast 27. Wat hadden Jimi, Janis, Jim, Kurt en Amy op die leeftijd wel al allemaal niet verwezenlijkt?

You know that feeling you get
You feel you’re older than time

Roerei met kaas

Waaraan zou het liggen? Is het die lange voornaam? Dat aritmisch gevoel? Komt het omdat ik niet kan zingen? Of gewoon omdat ik niet in een band zit?

Vallen er dan geen prijzen meer te verdienen met het schrijven van melancholische zeemanspoezië, bovengemiddelde kennis van oude effectpedalen, flauwe woordspelingen, roereieren met kaas bakken, het verzinnen van stripfiguren zoals Beanical Man (half boon, half robot, 100 % superheld) en het typen van in weemoed gedrenkte ontboezemingen op een WordPressblog?

Where did it all go wrong?

Wie zal het zeggen. Wat ik wel weet, is dat ik me against all odds met de pen probeer recht te houden. En dat in technicolor en stereosound, in een almaar wreder wordende wereld. Dat valt niet mee, dat valt niet mee. Nochtans beloofde een wijze vrouw op leeftijd me ooit dat mijn leven een hoge vlucht ging nemen. Dat was, Maggie De Block mag met haar volle gewicht op mij gaan zitten als blijkt dat ik lieg, ergens in juni 1999.

Maggie De Block - Open VLD

In die tijd dat mevrouw Jeannine van klas 6B me een mooie toekomst toe dichtte, dachten wel meer volwassenen dat ik ooit nog iets knaps zou verwezenlijken. Want, al zeg ik het zelf, ik kon best een potje hoofdrekenen. Als daar geen geniale ingenieur of dokter uit zou voortkomen? Of gewoon een volwassen vent met een rijbewijs. Ik zeg maar wat.

Maar enkele jaren later bleek al snel dat het beloftevol kereltje niet in de wieg was gelegd om een vaccin tegen AIDS uit te dokteren. Het voedselprobleem uit de wereld helpen, bleek eveneens een brug te ver. Daarom besloot ik schrijver te worden. Een hondenstiel, al was het omdat er deze maand maar 100 euro binnenkwam.

Veel schrijven, weinig brood

Casper en HobbesToch klap ik iedere ochtend klokslag 8u trouw mijn Acer Aspire 7730G (°2008) open. Een onmisbaar tool voor elke broodschrijver. Want zo’n lompe onbetrouwbare bak — 17 inch, hoe moet ik anders mijn films bekijken voor Supercalifragilistic, het toonaangevende internetmedium voor al wie gepassioneerd is door de zevende kunst? — houdt je scherp.

Iedere 47 minuten valt ie namelijk uit, waardoor je voortdurend het gevoel hebt dat je schrijft met een geweerloop tegen je slapen gedrukt. Essentieel. Want dat is het leven van een broodschrijver. Veel schrijven, weinig brood. En zwarte sneeuw. Op en naast het computerscherm.

Koffiepads 365 DelhaizeVroeger koesterde ik nochtans het romantische idee dat schrijvers hele dagen in elitaire koffiehuizen zaten. Een beetje zoals Het Salon in Gent. Het vluchtelingtehuis voor ontheemde hipsters. Een beetje op hun Apple-notebooks pielen. De nieuwste van Arcade Fire door hun fancy koptelefoon jagen. En tussendoor heel losjes van een kopje rooibosthee nippen.

Hier gaat het er anders aan toe. Hier heerst het gevoel van It’s Just Me Against The World en 365-koffiepads. En ook wel eens Holler If Ya Hear Me. Want met 2Pac gaat het schrijven nog zo gemakkelijk. De rapper was nauwelijks 25 toen enkele kogels zijn hiphopheerschappij teniet deden. Nee, met mijn roem komt het nooit meer goed.