Het valt best mee om vegetariër te zijn

In lang vervlogen tijden besloot ik vegetariër te worden. Hoe lang vervlogen precies? Laat ons zeggen dat in die dagen niemand raar op keek als dieren hun muil opentrokken en er daarbij nog eens allerlei praat uit kwam. Ja, dat waren me nog eens tijden.

Vegetarian

Puberclichés

Rondlopen in veel te grote T-shirts van groepen die nog een echte ziel hadden — al bestond daar bij Limp Bizkit al eens enige twijfel over. Je laatste fortuin in Mobistar-beltegoed steken opdat die Nokia 3310 toch weer een dag of twee operationeel was.

Limp Bizkit

Iedere avond een streepje op de kalender afturven in afwachting dat The Two Towers, het tweede deel van Peter Jacksons The Lord of the Rings-trilogie, eindelijk op 18 december 2002 in de bioscoop zou komen.

Hoe kon ik nog meer aan het cliché van een langharige puisterige puber beantwoorden, dan door vegetariër te worden? Inderdaad. Dus uit het niets bande ik de consumptie van vlees, vis, gevogelte en het hele scala aan slijmerige schaaldieren uit mijn leven. Meer dan een decennium later heb ik daar nog steeds geen sikkepit spijt van.

Ska doen

Goed, af en toe raak ik wel eens verzeild in discussies met lastposten die tot vervelens toe naar mijn motivatie blijven polsen. Want mensen die per se ska moeten doen heb je altijd en overal.

Ska - Madness

En met ska verwijs ik niet naar het muziekgenre, waarbinnen godfathers als Madness en vele golven later ook plezierige bands zoals The Aggrolites de fakkel hoog houden. Neen, ik heb het over de uitdrukking ‘ska’. Een tussentaalbegrip dat vooral in de Aalsterse punt van de marginale driehoek AalstNinoveGeraardsbergen courant gebruikt wordt.

Verder zijn er natuurlijk nog de onuitroeibare vooroordelen. Variërend van usual suspects als ‘Hoezo, een vegetariër eet geen vis?’ en ‘Als het niet voor de beestjes is, waarvoor dan wel?’ tot ‘Hoe komt het dan dat je er zo vet bij staat, vegetariërs zijn toch altijd slank?’

De keerzijde van de medaille

Voorts moet je ook voortdurend op je hoede zijn dat je met je zatte kloten niet in een pizzapunt Prosciutto bijt op een of ander folklore festival zoals de Gentse Feesten. Fastfoodkramen koesteren namelijk meer sardonische gevoelens jegens hun klanten dan je op het eerste zicht zou vermoeden. Maar verder valt het allemaal heel goed mee.

Fresh Veggie SpreadAl zal Jolien, mijn missus, er aan toevoegen dat het toch lang niet altijd een pretje is om samen te leven met zo’n balorige, koppige, halsstarrige, plantenetende loeder als yours truly.

Al was het maar omdat artisanaal gemaakte kruidige selderspread er nu eenmaal ongelofelijk goor uit ziet. Of omdat ze op vakantie weer eens heel wat leuke steakhouses en lekkere paellaschotels voor twee door haar neus ziet geboord worden.

Er staat een hoge prijs op het vrijwillig delen van je leven met mij. Iemand, geef dat meisje snel een levensgroot bronzen standbeeld.

Rise, vegetables, rise!

Maar er is ook goed nieuws. De laatste jaren schieten de vegetarische etablissementen als paddenstoelen uit de grond. Neem nu Gent.

Rise, vegetables, rise!

De schone Arteveldestad waar ik mijn twee, achteraf bekeken niet bijster lucratieve, masters Geschiedenis en EU-studies haalde, staat bekend als de derde vegetariër-vriendelijkste stad van Europa.

Alleen Berlijn en Praag doen het beter. Die podiumverdeling is niet zo heel gek natuurlijk. Berlijn stikt namelijk van de stinkhippies. En als je ooit gezien hebt welke vleesgerechten ze zoal in de Tsjechische hoofdstad op de menukaart durven zetten, is die eerste plaats nu ook weer niet zo heel verwonderlijk.

De Petrus & ’t Krawietelke

Hoe dan ook. Sinds kort biedt het gezellige eet- en praatcafé Petrus elke dag een verse vegetarische dagschotel aan. Dat lieten mijn missus en ik ons geen twee keer zeggen. Een leuk detail aan de Petrus, is dat Tom Lievens er in de kookpotten roert. Gentse studenten kennen dit heerschap natuurlijk als de sympathieke barvader van ’t Krawietelke.

Petrus

De mooie herinneringen die me bijblijven aan avonden in deze sfeervolle kaberdoes vallen met geen pen ter wereld te vatten. Al doen krachttermen als ‘zatte klap’, ‘lallen & lullen’, ‘peken, sjaak, ’t was den Long Island Iced Tea’ en ‘Laurent Claes bengelt weer aan een bierton’ al een verdienstelijke poging.

Daarnaast kan je er tot op vandaag iedere maandagavond klokslag 21u30 de beste bands in wording zien spelen. Al is het Krawietelpodium niet altijd een garantie op eeuwige roem.

Waar wacht je op, lamlendige Schueremans?

Want waarom vertikt die Herman Schueremans het jaar na jaar om de Zweedse punkrockgroep Pretty Whores op te bellen?

Believo! - Radical Myths

Waar blijft die gouden plaat voor het fantastische Radical Myths van Believo!?

Waarom moet Major Cobblestone tegenwoordig voor een schijntje in een bescheten caravan spelen op boerenkermissen zoals Blender Festival?

Hoe komt het dat ik nog geen vette cheque ontvangen heb om de geautoriseerde biografie (voorlopige werktitel: Telecasters & tequila) van The Isle of Man te schrijven?

Dit gezegd zijnde. De groenteburgers van de Petrus zijn erg lekker.

Waarom ik geen rijbewijs heb

De vroegtijdige dood van Fast & Furious-ster Paul Walker (1973-2013) en de kettingbotsing op de A19 bevestigen wat ik al lang had uitgemaakt. Voor geen geld ter wereld kruip ik ooit nog achter het stuur van een auto. Vanwaar die angst? Nou, alsof wat fobisch gedoe zo abnormaal is. Ik zou ze niet te eten willen geven, al de individuen die niet in een lift of achtbaan durven te stappen zonder daarbij hun blaasinhoud en darmflora uit te schudden. Maar daar hoor je nooit iemand over piepen.

Irrationele angst?

Ik zet zonder problemen vieze vogelspinnen buiten als je het me vraagt. Van de creepy clown uit Stephen Kings It lag ik nooit wakker — integendeel, want laat nu net een puike punkrock groep uit Californië bij dat iconische personage de mosterd gehaald hebben voor zijn groepsnaam. Nee, mijn angsten beperken zich grosso modo tot:

Stephen King -It

  1. Sterven aan een wespensteek — wie ooit de films Monster from Green Hell (1957) en Dragon Wasps (2012) zag, weet dat dit op zich nog niet zo heel gek is.
  2. Dat de aankomende Turtles-film op geen kloten zal trekken — niet ongegrond: Michael Bay is de producer van dienst.
  3. Mijn banksaldo.
  4. Autorijden.

Maar hoe gaat dat in het leven. Sommige angsten krijgen begrip van de goegemeente, andere oogsten schamper hoongelach. ‘Wees eens een man.’, ‘Doe eens normaal, zoals iedereen’, krijg je dan te horen. Dat laatste krijg ik wel vaker op mijn bord, maar daar gaat het nu niet om. De maatschappij prent ons in dat je nu eenmaal een rijbewijs nodig hebt. Maar heb je dat papieren kleinood écht nodig?

En Hans Teeuwen dan?

Dat varieert. ‘Bent u in het bezit van een rijbewijs B?’, hoor ik wel eens. ‘En bent u perfect drietalig? En lijkt het u leuk om wat nog rest van uw sterfelijke ziel in te leveren aan onze kapitalistische corporatie in ruil voor een hongerloon?’ Heureusement, het soort functies waarvoor ik solliciteer zijn doorgaans best goed te doen zonder rijbewijs. Deze betrekkingen effectief ook binnenhalen, dat is dan weer een heel ander paar mouwen.

Hans TeeuwenToch denken mijn naasten dat ik het niet zal redden in deze hardvochtige koude wereld zonder het rode papiertje. ‘En Hans Teeuwen dan’, repliceer ik snedig. Want ja, ik ben zo’n bijdehante klootzak die altijd en overal het laatste woord moet hebben. Het is an sich een klein wonder dat ik nog naasten heb.

Maar alle gekheid op een stokje. Hans Teeuwen, de Nederlandse cabaretier en verdienstelijke jazzzanger in bijberoep bij The Painkillers, heeft ook geen rijbewijs. ‘Waar geef je het meeste geld aan uit’, vroeg een journalist hem ooit. ‘Aan taxiritten.’, antwoordde Teeuwen. ‘Taxiritten kosten me klauwen vol geld.’

‘Allemaal goed en wel’, antwoorden mijn naasten dan, ‘Maar jij bent Hans Teeuwen helemaal niet’. Daar hebben ze een punt. Waar zijn mijn volle cabaretzalen? Waar blijft mijn succesvolle theatertour door Engeland? Waar is mijn bonje met De Meiden van Halal?

Autorijden is niet alles

dEUS - In a bar, under the SeaIk kan nog ‘tig andere voorbeelden opnoemen. Eet de Britse komiek Ricky Gervais een boterham minder zonder zijn driving licence?

Dichterbij huis, is het bekend dat Tom Barman al 37 was toen hij zijn rijbewijs haalde. Met de vingers in de neus, uiteraard. ‘Ik denk dat het me op de snelst mogelijke tijd gelukt is: drie maanden en één dag, zoiets.’ Want ja, zelfs al autorijdend blijft de evenaar door die Barmans reet lopen, omdat hij toevallig op een blauwe maandag In A Bar, Under The Sea gemaakt heeft. Goede plaat, daar niet van. Maar als kritische ziel moet je altijd de man van de kunstenaar onderscheiden.

Axel Daeseleire flirtte eveneens al met de veertig toen hij zijn rijexamen aflegde. Hield dat hem tegen om in Matroesjka’s te spelen, ’s nachts de boer op te gaan als DJ en ons tussendoor een ING-bankrekening aan te smeren? Ik dacht het niet. Maar wie ben ik? Een verpauperde KBC-klant zonder acteerambities, gruwend van woorden als ‘keigemakkelijk’.

Axel Daeseleire - ING

Ook in intiemere sferen ken ik hopen loonslaven die met het openbaar vervoer naar hun werk sporen. Goed, ze schelden daarbij wel dagelijks hun Twitteraccount en Facebookstatus vol met doodsbedreigingen aan het NMBS-personeel dat het een lieve lust is, maar voor niets gaat de zon op.

Het alternatief oogt niet veel beter. Fileleed en verkeersagressie. Een goede maat van mij leest steevast zijn ochtendkrant aan het stuur, terwijl zijn conservenblik zich aan een tergend traag tempo door de Brusselse binnenstad sleept. En het trieste verhaal van de bosmaaier is welbekend.

De dood van Paul Snoek

Mensen vragen wel eens vanwaar die vreemde angst komt. Misschien uit het feit dat twee van mijn lievelingsschrijvers — de Franse Nobelprijswinnaar Albert Camus (1913-1960) en de dichter / prozaïst / schilder /meubelzaakeigenaar /poezenliefhebber / weet-ik-veel-wat-nog-allemaal Paul Snoek (1933-1981) — met de auto verongelukt zijn?

Paul Snoek‘Snoek telt niet, die heeft zich met voorbedachte rade doodgereden.’, zegt mijn vader dan. Alle middelen zijn goed om me in een auto te krijgen. Nu, er is wel iets van waar. Want echt vrolijk word je niet van Snoeks laatste dichtbundel, het prachtige postuum gepubliceerde Schildersverdriet.

Hij was heel uitbundig, heel euforisch, zijn problemen leken allemaal opgelost, hij stond daar in al zijn glorie, de armen in de hoogte, zo van: ‘Ik ben hier!’, als een soort god. (…) Hij is in zijn wagen gestapt, heeft het raampje nog half naar beneden gedraaid, en is, met de hand erdoor nog een keer wuivend, de straat uitgereden.

On a déjà donné

Niet dat ik het niet geprobeerd heb. Autorijden, niet mij doodrammen met een gloednieuwe zwarte Alfa Romeo op de N50 richting Brugge. In de lente van 2006 heb ik zelfs rijlessen gevolgd. En daarmee kreeg de gemiddelde levensverwachting van de Belgische mannelijke bevolking een flinke knauw. Nochtans waren de instructeurs, Paul en Lucien, niet aan hun proefstuk toe. Maar zelfs zenuwen van adamantium zijn geen partij voor ‘Mattie the Road Madness’.

Paul Walker - de fatale crashIn de zomer van 2010 waagde ik een nieuwe poging. Met mijn vader dit keer. Een man die ooit met veel liefde mijn pampers ververste, en me later de edele kunsten van poëzie, macro-economie, Supertramp en de Amerikaanse cinema na 1970 bijbracht.

Het ging goed. Tenminste, zolang we op het veilige industrieterrein van Erembodegem bleven. Maar toen gingen we de autoweg op en was het weer narigheid, gedoe en ellende troef. De doffe knal van de botsende auto’s vergeet ik nooit meer. Nu, zeg nooit ‘nooit’ natuurlijk. Want voor je het weet zit je dement in het rusthuis en moet je Post-itjes op je kleinkinderen plakken, wil je hun namen onthouden.

Albert Camus- de fatale crashOok in de passagierszetel voel ik me lang niet altijd veilig. Die Paul Walker reed niet zelf met die noodlottige rode Porsche, remember? En toen hogervermelde Camus met een stevige smak de wereld départeerde, was het zijn copain Michel Gallimard die de Facel Vega FV3B bestuurde.

Ooit komt alles wel nog goed

Maar als mijn allerliefste rijdt, ben ik compleet zen. Dan steek ik een leuke cassette in. Beat the Bastards van The Exploited bijvoorbeeld. Of I Heard They Suck Live!! van NOFX. De boxen van de aftandse Volkswagen Polo gaan elk moment hun laatste doodsreutel uitbraken. Maar da’s niet erg, want het is toch maar punk.

The Kelly Family - Almost HeavenSoms hebben we de ouderlijke auto. Dan halen we de CD’s boven. Begeleid door godenbands zoals Dropkick Murphys scheren we aan maximaal toegelaten snelheid over der Autobahn. Soms kiezen we voor het fantastische Things to Make and Do van Moloko. Of iets van Eels. En, waarom ook niet, The Kelly Family. Want iedereen mag in onze muzikale boot.

Mijn meisje rijdt. Ik trommel uit het ritme mee met de muziek op het handschoenenkastje. De wereld ligt aan onze voeten. En zo komt alles ooit wel nog goed.

Ruben loopt een mijl

Op 7 september 2013 organiseerde ALVA (een enigmatisch acroniem voor Atletiek Land van Aalst) haar vierde Engelse meeting in Aalst. Mijn goede maat Ruben ‘kabouter pollepel’ Haegens liep er zijn eerste loopwedstrijd. Trouwe lezers kennen Ruben allicht als mijn voormalige huisgenoot en de beste MC van Aalst en omstreken. Onnodig om te zeggen dat ik mans eerste wedstrijd niet wou missen. Dat zag er ongeveer zo uit:

Ruben loopt een mijl 023

In het kader van seniorenintegratie, hebben zatte Mon, zotte Prospeer & rufterige Jacques een dag vrij gekregen van het nabijgelegen rusthuis ‘De Zoete Rust’. Samen vormen zij de professionele jury van dienst. Dit triumviraat zal er met argusogen over waken of dat alles wel volgens het boekje verloopt.

Ruben loopt een mijl 029

Voor deze grap moesten we maar liefst drie euro aan entreegeld ophoesten. De crisis spaart werkelijk niemand.

Ruben loopt een mijl 021

Het is niet geheel duidelijk waar al dat entreegeld precies naar toe gaat. Al lijkt Rubens coach, Jelle Malfroid, wel wat meer te weten.

Ruben loopt een mijl 032

Om de schijn van een massa-evenement hoog te houden, gebruikt de organisatie duizendtallen voor de borstnummers. Onze held krijgt nummer 3377 op zijn potige torso geprikt.

Ruben loopt een mijl 064
De toeschouwers zijn talrijk aanwezig. Zelfs Bram Buyl, de grote CEO van Café Rouleur, vond een gaatje in zijn drukbezette agenda.

Ruben loopt een mijl 011

Ook het jonge popidool Justin Bieber is van de partij.

Ruben loopt een mijl 065

Net als Edward Cullen.

Ruben loopt een mijl 069

Nooit te beroerd om zich tussen het plebs te begeven, laat Ruben zich uitgebreid fotograferen met de fans.

Ruben loopt een mijl 060
Even is er oproer wanneer de pa van Philippe Geubels door de security breekt om Ruben lastig te vallen.

Ruben loopt een mijl 042

Zoals het een zalm die tegen de stroom in zwemt betaamt, kiest Ruben ervoor om zich van zijn tegenstanders af te zonderen.

Ruben loopt een mijl 062
Rubens coach probeert ondertussen de zenuwen te bestrijden met ettelijke suikerrijke drankjes & nicotine

Ruben loopt een mijl 045
De beschermde vogelsoorten van stadspark Osbroek schrikken zich de tyfus en het apezuur wanneer de doffe startknal weerklinkt. Als jonge windhonden stormen de deelnemers uit de startblokken. Ik heb mijn laatste euro’s ingezet, dus Ruben kan maar beter maken dat hij als eerste de eindmeet haalt.

Ruben loopt een mijl 046
Tussen het sprinten door, vindt Ruben ook nog eens de tijd om met zijn indrukwekkende biceps te showen.

Ruben loopt een mijl 055

Hoewel Ruben een tijdlang op kop ligt, moet hij uiteindelijk zijn meerdere kennen. De zanger van het kleinkunstcollectief Yevgueni gaat met het gouden plak lopen.

Ruben loopt een mijl 056

Ook een podiumplaats blijkt net een brug te ver. Afgepeigerd rust Ruben uit tegen de dranghekken. Een krachtig shot. In de verte wappert reeds de vette cheque voor de World Press Photo categorie sport. Dan wordt het beeld verstoord door een starende ouwe gek op de achtergrond.

Ruben loopt een mijl 058
De verslagenheid is groot. De laatste keer dat Ruben zich zo slecht voelde, dateert van die keer toen zijn stamcafé High Chaparral in 2010 door een brand verwoest werd.

Ruben loopt een mijl 067

Op de afsluitende persconferentie stelt de jonge atleet vast dat ‘zijn werk er voor 90 % op zit, en dat zijn benen er de komende jaren wel het dak zullen opzetten.’

Aangetekende zendingen

Achteraf gezien bleek de kroon van Robbie Williams niet van goud, maar van papier-mâché. Tenminste, volgens mensen die in tegenstelling tot mij wél betaald worden om de schrijven. Mensen moeten niet te veel praatjes verkopen.

Supercalifragilistic - GentDe weken daarop bleef dit blog akelig blanco. Mijn schaarse lezers troosten zich allicht met de gedachte dat deze arme woerd eindelijk werk gevonden had. Niets van dat alles. Tussen het schrijven van tientallen onbeantwoorde – bestaan er eigenlijk wel andere? –motivatiebrieven, leverde ik naarstig artikels af voor Café Rouleur & Supercalifragilistic.

Twee sympathieke sites die, het mag wel eens gezegd worden, respectievelijk de digitale autoriteit inzake fietscultuur en de IMDb van de Lage Landen vormen. Kwatongen zullen dan weer beweren dat ze nog nooit van die eerste gehoord hebben, en de naam van die tweede niet eens kunnen uitspreken. Het is ook altijd wat met die kwatongen.

Postbode uit de prehistorieDaarnaast hou ik er tegenwoordig een nieuwe hobby op na. Ik gooi mijn persoonlijke gegevens te grabbel met deelnames aan allerhande prijsvragen. Ik vind, als je geen nagel hebt om aan je gat te krabben, kan je maar beter gratis dingen opgestuurd krijgen.

Een mysterieus pakje!

Een voorbeeld. Enkele dagen geleden zat er een briefje in de bus. Van BPost, de vaderlandse beursgenoteerde brievenbezorger die onder de ijzeren knuist van Johnny Thijs een alsmaar hogere vlucht neemt. Een medewerker van dit alleraardigste koeriersbedrijfje had omstreeks 9 uur ’s morgens met een aangetekende zending aangebeld.

Tevergeefs, want yours truly liep toen in het stadspark rondjes te lopen. Daarom had Dimitri, ik tutoyeer nu even de postman in kwestie, een herinneringskaartje in de brievenbus gestoken. Daarop stond te lezen dat ik de volgende dag vanaf 11u00 mijn aangetekende zending kon ophalen op het hoofdkantoor.

Grillige overbodige aankopen?

Spanning maakte zich van me meester. Wat kon deze aangetekende zending te betekenen hebben? ‘Heb je weer pedalen, strips, DVD’s, of platen op 2dehands.be gekocht?’, vroegen de vrouwen in mijn leven zich af. –Meer concreet ging het om mijn zusje Lisa en Jolien, die ik, moest ik een van de welbespraakte vleeshompen uit de levensdocumentaire Geordie Shore zijn, mijn ‘bird’ zou noemen. De andere vrouwen uit mijn leven, zijnde mijn lieve moesje, mijn zus Annemie en mijn nichtje Lotte, een dot van negen maanden die het hele huis bij elkaar jankt iedere keer als ik haar op mijn schoot zet, schitterden dan weer door afwezigheid.–

Maar voor een keer verwachtte ik geen grillige overbodige aankoop. Sterker nog. Aanhoudend geldgebrek weerhoudt me al enkele weken van grillige overbodige aankopen. ‘It’s the hard knock life for us!’, zouden Annie en haar sisters uit het het Municipal Girls Orphanage kwelen. Hoe moet ik zo ooit mijn collectie Wolverinecomics compleet krijgen? Wie gaat me de knaken voorschieten om een Fender Cabronita Telecaster (kleur: surf green) te kopen? Met welk fortuin moet ik die analoge EHX Deluxe Memory Man aanschaffen?

Een Bosch keukenrobot ter waarde van 199 euro!

Annie - The Musical Ik staarde nogmaals naar het achtergelaten postbriefje. ‘Een aangetekende zending. Een op te halen pakje. Zou het?’ Het raderwerk begon terstond overuren te draaien. ‘Had ik niet enkele dagen meegedaan met een prijsvraag van Jobat? Had ik zo niet mijn kans gewaagd om de eigenaar te worden van een Bosch keukenrobot ter waarde van 199 euro?’

600 W sterke motor!
MultiMotion Drive!
4 snelheden en parkeerstand!
Multifunctionele arm met drie aandrijvingen op verschillende plaatsen!

Mijn god! Dit was het! Dit was het mysterieuze pakje! Had ik de prijsvraag niet naar waarheid ingevuld? Had ik de schiftingsvraag niet op vernuftige wijze gegokt? Stond de geschiedenis niet aan mijn zijde?

Jobat -WIN een Bosch keukenhulp t.w.v. 199 euro!

Had ik in het verleden niet al verschillende interessante wedstrijden gewonnen? Ik noem maar even op uit het blote hoofd: een doos New Wave haarproducten van Wella die in de badkamer staat te beschimmelen, een lelijk Nixon-horloge, een plezant remix-EP’tje van The Dandy Warhols, combitickets voor Graspop Metal Meeting 2013, een Jupiler-petje op de tombola van zaalvoetbalploeg Rechteroever Uniteds jaarlijkse spaghettifestijn, de literaire wedstrijd Departuur, die evenwel niet de beloofde bergen goud opleverde, een map van Star Wars & de historische bestseller Wij, BSD’ers. Ja ja, hoefijzers & konijnenpootjes zijn er niets tegen.

Wachten op Godot…

Charlie Sheen- Winning!De nacht was lang. De volgende ochtend tikte moeizaam voorbij. Tijd smolt in mijn handen als bijenwas op Antarctica. En toen was het zover. Met kloppend hart stond ik voor de deur van het postkantoor. Voor de tiende keer ontvouwde ik het briefje. Klopte het uur wel? Binnen snelde ik als een dolleman naar de afhaalbalie. De jobstudente schudde achteloos een bundeltje papieren samen.

‘Ahum’, kuchte ik zo ontspannen mogelijk. ‘Ik heb hier een briefje voor een aangetekende zending’. Ondertussen peuterde ik alvast mijn identiteitskaart uit mijn kaartenvak. Waar zat dat kreng nou weer? Vind maar eens een weg in een drukbevolkte jongensportemonnee.Identiteitskaart van een of andere ouwe gek

Wat zit er toch ook weer allemaal in dat ding gepropt? Bedroevend weinig geld, SIS- en bankkaarten, twee pasfoto’s van Jolien Van Varenbergh & allerhande papieren parafernalia waaruit mijn engagement jegens de mensheid moet blijken (o.a. mijn bloedgroepdonorkaart van het Rode Kruis (O+), Amnesty International– en EVA-lidkaarten, een sticker van het Gentste rockcafe & zware bierentempel Backdoor en natuurlijk ook mijn Donald Duck Clubpas).

Godsamme!

Ondertussen keek ik zenuwachtig naar de muurwand vol pakjes achter de jobstudente. ‘Godsamme, dat grote rechthoekige daar! Zou het, zou het? Mijn Bosch keukenrobot ter waarde van 199 euro? Die gaat vanavond nog de 2dehands.be markt op! Centen, centen, centen!’

Donald DuckMaar toen gebeurde er iets onverwacht. De handen van het meisje gingen helemaal de verkeerde kant op. Ze zochten de bovenste schap. Daar lagen enkel platte briefomslagen. Een unheimlich gevoel maakte zich van me meester. ‘Alsjeblieft’, lachte ze me toe. De grond zakte weg onder mijn rode Vans Authentics. ‘What the fuck is this shit!’ Dit was helemaal niet mijn Bosch keukenrobot ter waarde van 199 euro! Dit was een fuckin’ platte witte briefomslag van de UGent!

Snel krabbelde ik iets op het ontvangstformulier. Een combinatie van letters die op een blauwe maandag wel eens zou kunnen doorgaan voor een handtekening, mits er een ervaren paleograaf mee gemoeid is.

Hamster in draaimolentjeBuiten opende ik de A4 enveloppe. Verdomd nog aan toe. Het was maar een diploma. Master of Science in de EU-studies, geslaagd met onderscheiding. Wat moet ik daar nou mee. Afgaande op mijn solliciteerpalmares van afgelopen maanden niet bijster veel. Net zoals mijn master geschiedenis, zal de vermelding van dit vodje papier op mijn CV met veel belangstelling door potentiële werkgevers gelezen worden. Vervolgens zullen deze knakkers me meedelen dat ze mijn kandidatuur helaas niet zullen weerhouden. Toch zal ik onverdroten blijven verder trappelen als een dapper hamstertje in de tredmolen van de woekerende crisis.

Immer vooruit!

Thuis luisterde ik drie keer naar het melancholische Something to Write Home About, de sublieme doorbraakplaat van The Get Up Kids. Buiten werd de wereld even stil.

Maar ach wat. Morgen is er weer kans op een nieuwe dag om in de kolom van de winst te schrijven.

De dag dat Tony Sly stierf

Dinsdag 31 juli 2012. Al dagen morrel ik wanhopig aan een thesis die me die vervloekte tweede master moet opleveren. In Syrië wordt er flink gezwaaid met artillerie. Nu nog steeds trouwens. In het Londen Aquatics Centre kroont Michael Phelps zich tot grootste olympiër aller tijden. Robert Pattinson en Kristen Stewart gaan uit elkaar. Ik geloof Peter Jackson nog op zijn woord als hij me wijsmaakt dat The Hobbit: An Unexpected Journey echt wel goed wordt.

Het is zweten geblazen. Wanneer ik niet als een compleet opgefokte gek door pdf-bestanden scroll om mijn deadline te halen, surf ik wat over het leuke wereldwijde web. Plots lees ik op Facebook dat de knekelman Tony Sly tot hem heeft geroepen. Twee dagen daarvoor had de muzikant nog op de planken gestaan in Gainesville, Florida. De man stierf in zijn slaap, 41 jaren op de teller. Gruwelijk jong. De knekelman is een lul.

Tony Sly was sinds 1989 de frontman van de zeer fijne punkrockband No Use Fore A Name. Hij maakte ook twee mooie akoestische albums samen met Joey Cape, het opperhoofd van Lagwagon.

Op de bovenste wc in de Kortrijksepoortstraat 201, het bouwvallige krocht waar ik mijn Gentse studentenjaren sleet, hing jarenlang een poster van Fat Wreck Chords. Het platenlabel van NOFX-aanvoerder Fat Mike. De kleurrijke A3 prent zat bij Wrecktrospective, een jubileumcompilatie ter gelegenheid van 20 jaar Fat Wreck Chords. Het gaf een picturaal overzicht van alle albums die ooit op Fat verschenen waren. Hopen No Use For A Name-hoezen zaten daartussen. Iedereen die ooit op de bovenste verdieping van de Kortrijksepoortstraat moest schijten kom er niet om heen kijken. Ik had het kreng op de deur gehangen. Het kleine kamertje was zo krap dat je met je ellebogen net niet tegen de poster zat.

De laatste plaat van No Use For A Name, The Feel Good Record of the Year, dateerde al van 2008. Sly wou zich tijdelijk op zijn solowerk toeleggen. Ook de toekomst van zijn nieuwe gelegenheidsband Scorpios zag er beloftevol uit. Niet dat hij zijn eerste band verwaarloosde. Ze speelden zich nog regelmatig in het zweet op allerhande podia. Op Sly’s laatste soloplaat, Sad Bear, staat een erg toepasselijk liedje. Het heet In the End.

Listen to the howling wind
Smell the street it’s back again
Fall is here and I’m so glad that nothing is permanent
In the end all that we have are memories
that we like to hold
Let’s not take this for granted
Everything is growing old

J.J. Cale stierf enkele dagen geleden. Die man betekende allicht meer voor de muziekwereld. Maar daar een elegie over schrijven zou wat hypocriet zijn. Dat laat ik aan de connaisseurs over. Ik ken maar een handvol J.J. Cale-songs bij naam. Altijd een beetje blijven hangen in drie akkoorden en de waarheid. Acne, Vans en de Sony-stereoketen op volume 10. De dag dat ik niet meer naar No Use For A Name en Tony Sly luister, is de dag dat Peter Pan voorgoed uit de lucht mag vallen. Slaapwel Tony.

Gekkengoud

Ergens in januari 2013. Elke dag hoop ik dat mijn nichtje Lotte 50 gram bij komt, zodat ze eindelijk uit die vermaledijde couveuse van het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis geraakt. Overdag schrijf ik bedrijven aan. Ik gooi mijn integriteit te grabbel voor een ieder die mijn toekomstige broodheer wil zijn. Laatsleden solliciteerde ik nog voor de functie van inkoper bij een gerenommeerd schoenenbedrijf. Ik zou nochtans twee diploma’s op de kast moeten hebben. Maar het is crisis, in Luik brandt het land, en ik zit al een week met een vervelend jeukje aan mijn kont.

Ach, was ik maar zoals Darryl Braxton. Leven van kooigevechten en de inkomsten van mijn eigen pizzeriazaak Angelo’s. Surfen op de eerste golven in de rozige gloed van de ontluikende ochtendzon. Sloten tequila drinken alsof het Minute Maid appelsap betreft. Een verzameling kekke tatoeages op mijn ribbenkast. Jammer genoeg is Brax een fictief personage uit de Australische soap opera Home and Away. In andere tijden was hij beslist mijn bloedbroeder geweest.

Afbeelding

Rondom mij zie ik vrienden van job veranderen zoals sommige mensen van onderbroek wisselen. We zitten gespleten tussen Gordon Gekko en de Gentse zakkenman. De Financieel Economische Tijd schrijft over de verloren generatie. In een paginagroot artikel zie ik de afgestudeerde dutsen in het ijle voor zich uit staren. Ze hebben allen een master, of, jantoeternuitje nog aan toe, zelfs twee masters, maar vinden geen werk.

Ik denk aan de woorden van Gilbert -de militair- Coens, mijn gewezen leerkracht Frans in het zesde middelbaar. De taal van Molière heb ik me nooit eigen kunnen maken, maar ik kan wel nog steeds met de nodige bravoure het spellingsalfabet van vrijetijdsclub de NAVO psalmodiëren. De man waarschuwde me ook vriendelijk dat je met geschiedenis geen zak vooruit raakt in het leven. In economie zit de toekomst. Mevrouw Van Mulders van Nederlands daarentegen, zei dat je niet bang moet zijn. Je moet nooit op zoek gaan naar de nooduitgang. Ooit zal de ochtendstond goud in de mond hebben. Ondertussen doen we het wel met een klomp pyriet.

Afbeelding

Pyriet (FeS2, ijzerdisulfide) is een mineraal dat beter bekend staat als gekkengoud. Op het eerste zicht is het niet van het kostbare edelmetaal te onderscheiden, het heeft immers de zelfde goudachtige glans. Die schone schijn verandert echter als het glansvlak kantelt, terwijl deze bij goud hetzelfde blijft. Het is een hoekig mineraal, met scherpe randjes en hard, terwijl goud rond en zacht is. Het gekke zit hem vooral in de reactie die goudzoekers in Klondike te berde brachten nadat ze erachter kwamen dat het volstrekt waardeloos was.

Afbeelding

Fool’s Gold is ook een archislechte film uit 2008 met Matthew McConaughey (brave man, waar is je uitzinnige mojo uit Reign of Fire naar toe? Meegegeven met het Leger des Heils of wat?) en Kate Hudson (het nageslacht van Goldie Hawn) in de hoofdrol.

Dichter bij huis vormt het tot beroering zorgende mineraal het leitmotiv van Jef Nys’ onvolprezen meesterwerk De prinsen van Snoby uit 1986, de 134ste aflevering in de Jommeke saga. In deze strip erven de sympathieke schlemielen Kwak en Boemel een eilandje van een familielid van het honderdtweeeënvijftigste knoopsgat, waar ze op een hoop goudklompen stuiten. Terug in Zonnedorp zal de stokebrand met het strooien dakje hun erop attent maken dat het om nepgoud gaat, met alle gevolgen van dien.

Afbeelding

Tot slot is Fool’s Gold ook een song van de immer geniale groep The Stone Roses, uit Manchester. Het nummer mocht in 1989 naar huis gaan met de prijs voor beste single op de NME awards in Groot-Brittannië. Dat jaar schreef de groep uit Manchester ook het gouden plak voor “Band of the Year”, “Best New Band”, en “Album of the Year” op haar palmares.

Omstreeks die tijd viel ook ergens in Berlijn een betonnen muurtje. Ik kende in die dagen enkel Fisher Price en de ochtendsmog van glucose magnaat den Amylum die boven mijn residentie aan de Zeebergkaai hing. Tim Brenners Lee vond in Zwitserland het World Wide Web uit, terwijl F.W de Klerk in Zuid-Afrika de hete adem van onze homie Nelson Mandela al in zijn blanke nek voelde hijgen.

Afbeelding

En zo draait de wereld maar door. Buiten smelt de sneeuw, binnen bonkt mijn hoofd als een tierelier. Maar de liefste moeder ter wereld zette onderstaand ontbijt voor mijn nakaterende neus. ’t Kan vriezen, ’t kan dooien, maar verhongeren zal ik niet.

Afbeelding